Toepassingsgebied

Grondverdichten. Bodemomstandigheden en toepassingsgebieden

De basis en het succes van elk bouwproject hangt af van de juiste verdichting. Enerzijds verhoogt de juiste verdichting de duurzaamheid en het draagvermogen. Aan de andere kant beschermt het tegen schade veroorzaakt door water en vorst.

Hoe kan je “aarde” het beste omschrijven?

Elk type bodem bestaat uit lucht (gas), water en vaste massa. Korrelvorm, korrelgrootte en watergehalte bepalen het bodemtype. De hier beschouwde grondsoorten zijn onderverdeeld in “korrelbodems”, “cohesieve gronden” en “gronden met gemengde korrels”.

Granulaire grond (Fig.1)

Korrelige bodems bestaan ​​uit grove korrels, b.v. rotsafval, stenen, grind of grofkorrelig zand. Ze worden gekenmerkt door grotere luchtopeningen en een hoge waterdoorlatendheid, waardoor dit soort grond enigszins uitdroogt. Daarom zijn korrelige grondsoorten over het algemeen vorstbestendig en minder weersgevoelig. Een ander kenmerk van dit type grond is het hoge draagvermogen en de duurzaamheid door een dichte verzameling van de individuele korrelgroottes na verdichting.

Figuur 1

Samengeslede grond (Fig.2)

Samengestelde bodems bestaan uit fijne korrels en hebben een hoog watergehalte. Voorbeelden van dit type grond zijn slib en klei. Door het hoge watergehalte zijn deze bodems gevoelig voor vorst en weersinvloeden. Bij hevige regen komt de grond omhoog. Het water ligt als een lijkwade rond de afzonderlijke korrels en voorkomt wrijving. Het verdichtingsvermogen is dus aanzienlijk lager. Om dit type grond te verdichten, moet het ingesloten water het oppervlak bereiken door het te “kneden” of aan te drukken om het te laten drogen.

Figuur 2

Gemengde grond (afb.3)

Grond met gemengde korrels bestaat naar verhouding uit korrelige en samenhangende korrels van verschillende groottes. De verdichtingsverhouding van de grond is afhankelijk van het percentage fijne en grove korrels.

Figuur 3

Ruwe korrelige grondvormen (Fig.4)

Grondvormen met ruwe randen zijn moeilijker te verdichten, maar zeer veerkrachtig en hebben een hoog draagvermogen. Om een voorbeeld te geven: grind en steenslag hebben ruwe randen en hoekige korrelvormen. Samen met steenslag ontstaat een mengsel van steenslag en grind.

Figuur 4

Ronde korrelvormen (afb.5)

Ronde korrelvormen zijn gemakkelijker te verdichten, maar hebben een lager draagvermogen. Een voorbeeld is een mengsel van grind en zand.

Figuur 5

Hoe werkt verdichting?

Door de trilling van de machine gaat het materiaal trillen. Dit resulteert in een herpositionering van de korrels. Dit proces reduceert luchtbellen in het materiaal tot een minimum. Er ontstaat een dicht, homogeen substraat.

Toepassingsschema grondverdichten

De toepassingskaart is gemaakt om u te helpen bij het vinden van de juiste machine. De grafiek houdt rekening met factoren zoals machinegewicht, storthoogte en aantal variabelen in relatie tot de verschillende grondsoorten. Daarnaast biedt het een richtlijn voor de maximale verdichtingsdiepte van een machine. De verdichtingsdiepte varieert voor verschillende grondsoorten.